The American Dream

THE AMERICAN DREAM
Over twee uurtjes, als de meeste mensen in Nederland op een oor liggen, sta ik te zingen op een bruiloft.
Gisteren liepen Walter en ik door Portland, op de manier zoals wij dat samen graag doen; onze neus achterna. Niet van highlight naar highlight dus.
Welke kant we ook maar opliepen, vroeg of laat kwamen we in wat in de volksmond ook wel een ‘slechte buurt’ wordt genoemd.
The american dream van dichtbij gezien is: erop of eronder.
Steek het verkeerde kruispunt over en daar zijn ze. De mensen die ergens begonnen te glijden. En dat glijden houdt hier niet op. er is geen vangnet. 
Er staan tentjes tussen de struiken. Mensen duwen boodschappenkarren voort, trekken een bolderkar, met hun thuis erin. Velen zijn wezenloos of verward. Praten tegen de lucht. Velen zijn jong, nog geen achttien. Dit kan mijn zoon zijn, over een jaar of twee, besef ik, als ik naar ze kijk.
Een jonge afro-amerikaanse staat te schreeuwen tegen een oude vrouw dat ze haar rotzooi op moet ruimen. Ze doelt op de buitenmuur waaraan ze beiden wonen, met nog andere dolenden. Zij heeft haar karretje voor elkaar, de oude vrouw in haar ogen niet. Een bleek, roodharig meisje houdt een lantaarnpaal vast en huilt. Misschien is ze verdrietig om de ruzie achter haar rug, misschien om iets anders, misschien weet ze het zelf niet.
In de stadsparken zijn vijftig procent van de bankjes ingenomen door zwervers. De meesten zien eruit alsof ze vorige week nog een huis hadden. Ze stapelen hun spulletjes keurig op en lezen een roman.
Tegenover een sneu stand-up theatertje woont iemand in een auto.
Op een stenen trap zit een vrouw zoals ik, tussen drie keurige reistassen. Ze houdt haar gezicht vast, wenkbrauwen verbijsterd opgetrokken.
Bij de starbucks moet ik een aardige tijd wachten voor de deur van de wc omdat binnen een dakloze man baddert.
Dat starbucks dit faciliteert is misschien een lichtpuntje van medemenselijkheid te noemen.
Hoopjes mens, her en der, tegen muren, in het gras. Iemands kind, zus, broer.
Erop of eronder.
Ik zie Donald Trump voor me, ik zie dat vadsige roze hoofd blèren dat het nog nooit zo goed is gegaan met Amerika. 
Een beschaafd land waar een groot deel van de bevolking zich niet kan verzekeren, tegen ziekte of wat dan ook.
Schaamteloosheid brengt een mens ver; anderen bewonderen dat.
Ik ben heel dankbaar dat de ooievaar mij ergens anders heeft laten vallen.
America, ik wens je betere tijden.